HD Historie & Rasstandaard

De Hampshire Down : snelgroeiend, vruchtbaar, sober en economisch

 

Korte historie In het Engelse graafschap Hampshire komen veel heuvelachtige, praktisch boomloze graslanden voor : de zgn. ‘downs’. Jarenlang trachtten de boeren deze schrale downs rendabel te maken met verbouwing van knollen en groenbemesters. Belangrijkste schakel tot rendement bleek echter de ontwikkeling van een hard en sober, sterk en vruchtbaar schapenras. Een ras dat in de doorgaans koude en winderige heuvels kon overleven, conditie kon vasthouden en, naast bemesting,  een goede kwaliteit vlees en wol kon leveren. Rond 1850 ontstond zo het schapenras Hampshire Down.

 

Eerst kwam uit de witte, grove en laatrijpe Wiltshire Horn en de vroegrijpe en met zwarte kop en benen afgetekende Berkshire Knott een tussenras voort. Deze Hampshire West Country of West Down voldeed al beter. Door inkruising met de robuuste, harde en bevleesde South Down en door strenge selectie werd het ras verder ontwikkeld. In 1861 werd het Hampshire Down ras door de Royal Agricultural Society erkend. Sinds 1889 is er een Hampshire Down stamboek.

 


Voorkomen en rasstandaard De Hampshire Down is een geblokt, lang en ruim bespierd vlees-wolschaap. De wolgroei strekt zich uit tot voorhoofd en wangen en aan de benen tot de voorknie en het spronggewricht. De wol is roomwit tot crêmekleurig. De neus, oogranden, oren, knieën en het ondergedeelte van de benen zijn donkerbruin tot diepzwart behaard. Het hoofd is zwaar maar vrij lang met een bol neusprofiel. De ogen hebben een zachte maar oplettende uitdrukking. De oren staan horizontaal aan bet hoofd. De nek is relatief kort en krachtig. Het hoofd wordt iets boven de geleidelijk aflopende en goed aansluitende schouders gedragen. De borst is diep en gemiddeld breed, de ribben goed gewelfd, de flanken vol en de rug breed, lang en sterk. De middenhand is ruim en diep. Door een volle lendenpartij is de achterhand ruim, het beenwerk is droog, krachtig en recht maar goed uit elkaar onder het dier geplaatst en voorzien van sterke koten. Het kruis is vlak en breed, de staartinplant hoog, de staartdikte gemiddeld. De dijen zijn vol en goed bevleesd. De huid is roze en soepel, zonder donkere vlekken. Fouten zijn: horens, witte vlekken op de kop, oren en benen, dikke en ruwe oren, zwarte wol, ruwe wol of kemp op de achterhand, ‘buitensporige’ wolgroei in het gezicht, vooruitstekende of korte onderkaak, en buitensporig stugge en losse huid om de nek.
 

 

Stamboek Er zijn 2 Hampshire Down stamboeken in Nederland : de Dutch Hampshire Down Sheep Breeders Association (DHDSBA) houdt zich als dochter van het Engelse stamboek bezig met de fokkerij en houderij van de oorspronkelijke Hampshire Down. Doel is de instandhouding en exploitatie van het ras. Voor hobbyisten is er de Hampshire Down vereniging. Enkele leden showen hun dieren op evenementen.

De DHDSBA-leden hebben niet zozeer exterieurkeuringen maar instandhouding en verbetering van het ras voor ogen. Bij hen gaat het niet om een leuk koppie of de aaibaarheidsfactor maar om de actueel historische en economische betekenis, hetzij als slachtlam, hetzij als fokdier, hetzij als slachtlamvaderdier. De kwaliteit van het schaap wordt bewaakt en verbeterd door weging en scanning van vlees en vet. Door indexering en toepassing van fokwaardes wordt de houderij getoetst en genetica effectief benut, om een dier met een goede naam en een goed rendement te doen ontstaan. Zodat het ras zich kan bewijzen en door positief economisch resultaat op termijn kan overleven. Een natuurlijk leven en gezondheid vormen belangrijke welzijnsfactoren.